Wonen
Het “Recht op een behoorlijke huisvesting” staat in de Belgische grondwet. En het is een onderdeel van de mensenrechten. De PVDA wil dat het gemeentebestuur dit recht op een woning voor elke inwoner van Maasmechelen garandeert, op dezelfde manier als het recht op onderwijs of het recht op gezondheidszorg.
Deze visie van de PVDA botst lijnrecht met de liberale visie, met de N-VA op kop. het recht op wonen voor de gewone mensen botst met de vrije marktlogica waar privé-winsten primeren boven het welzijn van de mensen.
Maar een gemeente besturen is niet te vergelijken met directeur spelen van een privé-bedrijf. Van een gemeentebestuur verwachten wij dat ze besturen in naam van de bevolking, en dus de belangen van de bevolking altijd op de eerste plaats stellen.
Maasmechelen op de kaart zetten, wie kan daar tegen zijn. Maar moet dat met prestigeprojecten waar de inwoners van Maasmechelen zelf niets aan hebben? Wij zouden ook fier kunnen zijn op een Maasmechelen dat goed voor zijn inwoners zorgt.
Wat wij willen:
2. Om dat te realiseren willen we in elk nieuwbouwproject één derde betaalbare woningen en één derde sociale woningen.
3. Om de prijzen van de woningen onder controle te houden, willen wij dat er een inventaris wordt aangelegd waarbij op basis van objectieve criteria een maximum verhuurprijs op de private huurmarkt wordt bepaald.
4. Het opleggen van EPC-waarden gaat in de goede richting waar het gaat over verhuren of verkopen. Maar wij willen een stap verder gaan. Wij willen dat er ook een algemene kwaliteitscontrole komt die een attest aflevert of een woning mag verhuurd worden of niet, net zoals bij de autokeuring. Zo krijgen huisjesmelkers geen kans meer.
5. Om de leefbaarheid van de wijken te verhogen, willen wij dat er een plan wordt gemaakt om in alle buurten te voorzien in voldoende groen, in speeltuinen, in buurtwinkels en in buurthuizen.
6. Wij willen ook dat de leegstand strenger wordt aangepakt. Voer de renovaties in woningen die al 3 jaar leeg staan zélf uit en verhaal de kosten op de eigenaars, eventueel via verhuur van de woning totdat de kosten zijn terugbetaald, zoals de Vlaamse Wooncode van 2007 toelaat. Voer een leegstandsheffing in voor alle leegstaande, onbewoonbare, ongeschikte of verwaarloosde panden, naar het niveau van Leuven en Mechelen en investeer de opbrengst van die heffing in de bouw en renovatie van betaalbare woningen voor jong en oud.
Achtergrond
Maasmechelen heeft 9,1% sociale woningen. Dat is meer dat gemiddeld maar er is ook meer nood aan sociale woningen. Dat toont ook de wachtlijst aan want in Maasmechelen staan 1173 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning. Privé-woningen worden onbetaalbaar. Bij de sociale woningen worden de wachtlijsten langer. De praktijk bewijst dat de “vrije markt” het woningprobleem niet kan oplossen.
Maasmechelen is een arme gemeente die al jarenlang meer sociale woningen nodig heeft. Maar we zitten al jarenlang met bestuurders die weigeren het aantal sociale woningen te verhogen. En wat is dan wel de oplossing in de ogen van deze bestuurders? Houd u vast, hier komt het: … zij willen andere inwoners!
Ze willen tweeverdieners aantrekken met goede inkomens waar dan de gemeentekas zijn voordeel mee kan doen. En tegen de eigen inwoners die de dure woningen niet kunnen betalen, zeggen ze in feite: ga naar een andere gemeente! Het aantal sociale woningen niet laten stijgen om niet nog meer armoede aan te trekken. Dat is de redenering. Hoe kunnen sociaaldemocraten en christendemocraten in zoiets meegaan?
De N-VA-ministers bevoegd voor de sociale huisvesting, vroeger Homans, nu Diependaele, zijn koplopers in het “stampen naar beneden”. Zij proberen de bewoners van sociale woningen voor te stellen als “fraudeurs”en “profiteurs”. Het budget waarover minister Diependaele beschikt voor de bouw van sociale woningen, wil hij niet gebruiken. Hij heeft zelfs een deel van zijn budget dat voorzien was voor de bouw van sociale woningen ter beschikking gesteld aan privé-ontwikkelaars of particulieren, die daarmee woningen aan een verlaagde huurprijs op de markt moeten aanbieden.
Deze liberale visie op het woonbeleid moeten we kordaat de rug toe keren.
Voor inspiratie over hoe een woonbeleid in het belang van de inwoners er dan wel kan uitzien, stelt de PVDA voor om eens te kijken naar het voorbeeld van de stad Wenen in Oostenrijk. Die stad staat jaar na jaar op de eerste plaats in het lijstje van de meest leefbare steden van de wereld. Maar liefst 60 procent van de 1,7 miljoen inwoners van Wenen woont in een huurwoning van de stad of van een woningcoöperatieve. De stad zelf is huisbaas van 220.000 huurwoningen. Daardoor worden ook de prijzen op de privé-markt onder controle gehouden. Weense gezinnen die een woning kopen, worden gesteund met renteloze hypotheek- en renovatieleningen. De stad houdt de regie van het grondbeleid in eigen handen en heeft daarmee ook controle over de privéprojecten. Grondspeculanten en projectontwikkelaars kunnen daar niet zo maar doen wat ze willen. En dit systeem werkt blijkbaar goed want het bestaat al van in de eerste helft van de vorige eeuw. Zo kan het dus ook.